Ineke, de zus van Karel die in dagbehandeling is opgenomen, vertelt tegen haar moeder dat Karel door zijn vader geslagen wordt in de weekends dat hij naar zijn vader toe gaat. De ouders zijn al enige tijd gescheiden en in de tussentijd is Karel opgenomen in dagbehandeling. Er is een bezoekregeling, die inhoudt dat broer en zus om de week een weekend naar hun vader op bezoek gaan, maar deze regeling komt onder druk te staan door de mededeling van Ineke over de relatie tussen vader en haar broer. Karel zelf zegt niet veel over de tijd dat hij bij vader is, maar dat is nu juist het probleem. Hij vertelt nooit over dingen die hij meemaakt, dus als zijn zus iets zegt over de omgang tussen hem en zijn vader, dan moet dat wel serieus worden genomen. Het probleem is dat ook Karel dreigend over kan komen naar andere kinderen. Hoe komt hij aan dit gedrag? Valt de appel misschien niet ver van de boom? Wordt Karel bedreigd door vader en imiteert hij dit gedrag door op zijn beurt andere kinderen te bedreigen? Wat een voor Karel dreigende sfeer thuis bij vader tegen spreekt, is dat hij graag naar vader toe gaat, maar dat zijn zus vaak met tegenzin op bezoek gaat bij haar vader. Misschien weet zij het kaf niet goed van het koren te scheiden en uit ze haar negatieve gevoelens over haar vader via haar broer?
Ook moeder is niet altijd positief gestemd over de vader van haar kinderen, hun relatie is niet voor niets uitgelopen op een scheiding. Maar toch aarzelt ze om voor honderd procent mee te gaan met de klachten van haar dochter over haar ex-man. Ineke vertelt wel vaker over dingen die gebeurd zouden zijn, maar die door anderen heel anders beleefd worden. Wat uit de klachten van Ineke in ieder geval duidelijk wordt, is dat zij niet graag naar vader toe gaat en daarin wil moeder haar wel tegemoet komen door de bezoekregeling tussen dochter en vader voorlopig op een zacht pitje te zetten. Ook vader heeft wel door dat zijn dochter niet altijd graag naar hem toe komt en wil haar daarin tegemoet komen door te beloven leuke dingen met haar te doen. Dit geeft dan weer scheve gezichten bij moeder, die vindt dat Karel hierdoor bij zijn zus wordt achtergesteld. Vader vindt het geen probleem dat zijn dochter even voor een andere invulling kiest van haar tijd, maar zou het wel jammer vinden zijn zoon niet te zien. Hij kan het juist goed vinden met zijn zoon. Zij praten veel en hebben ook vaak een leuk stoeicontact, dat door zijn dochter met de nodige argwaan wordt bekeken. Eigenlijk voelt zij zich niet zo thuis in het mannenhuishouden van haar vader en is zij veel liever bij moeder, bij wie zij zich veilig en geborgen voelt.
In deze casus zien we dat uitspraken van kinderen wel serieus moeten worden genomen, maar niet al te letterlijk moeten worden opgevat en nader moeten worden bekeken. Niet de zoon, maar de dochter blijkt uiteindelijk last te hebben van de bezoekregeling bij vader. De verleiding kan groot zijn de vader aan de schandpaal te nagelen, maar hiermee zou de dochter in deze casus niet gebaat zijn. Zij zou geschrokken zijn over de gevolgen van haar ondoordachte uitspraak en ervaren dat een ongelukje in een klein hoekje zit en wel op de plek waar je dit het minst verwacht. De kwaliteit van de moeder in deze casus is haar dochter voor dit gevaar behoed te hebben.
-------------------
Publicaties van Peter van der Doef
