Ivo is een 11-jarig jongetje met veel lichamelijke onrust, dat makkelijk afleidbaar is en impulsief. De ouders van Ivo worden voor pedagogische ondersteuning in de thuissituatie doorverwezen omdat het gedrag van hun zoon moeilijk is aan te sturen en Ivo als gevolg daarvan steeds meer frustraties krijgt te verwerken. Kinderen laten hem links liggen, dagelijkse activiteiten slijpen niet of nauwelijks in en ook op school krijgt Ivo steeds meer negatieve ervaringen te verwerken. Net als thuis, is Ivo op school gedragsmatig moeilijk aan te sturen. Zijn leerproces wordt zorgelijk genoemd in de verwijsgegevens, waarin als diagnose wordt gesteld dat Ivo last heeft van ADHD, dyslexie en daaruit voortvloeiende sociaal-emotionele problemen. Als doelen voor de behandeling van Ivo worden zaken genoemd als vergroting van de zelfwaardering, de zelfstandigheid en de leerbaarheid. Doelen voor de ouders zijn dat ze in staat zijn hun pedagogische aanpak af te stemmen op de ontwikkelingsmogelijkheden van Ivo en in staat zijn het gedrag van Ivo positief te blijven benaderen.
Een hele kluif, verzuchten de ouders in het startgesprek voor de hulpverlening. In het gesprek geven de ouders blijk van grote betrokkenheid bij hun kind en inzicht in zijn problemen. Zo weten zij veel te vertellen over de verschillende leerkrachten waarmee Ivo de afgelopen jaren te maken heeft gehad en waarvan de één heel goed en de ander absoluut niet met Ivo overweg kon. Probleem is dat Ivo zo gevoelig is voor mogelijke afwijzing dat hij zich dan compleet kan afsluiten. Volgens het principe dat aanval de beste verdediging is, kan Ivo zich heel dominant opstellen naar andere kinderen als die komen spelen. Gevolg is dat er steeds minder kinderen komen spelen en Ivo eigenlijk helemaal geen echt vriendje heeft. Ook gebeurt het vaker dat Ivo bij het buiten spelen problemen heeft en dan kwaad binnen komt stormen om zijn verhaal te halen. Maar ja, hoe leg je aan andere kinderen uit waarom Ivo zich gedraaagt zoals hij doet? Ook tussen Ivo en zijn zusje is zoveel strijd dat de ouders er constant bij moeten blijven, anders gaat het mis. De ouders maken zich hierover grote zorgen en willen eigenlijk steeds voorkomen dat Ivo in de problemen raakt. En dat blijkt helemaal niet zo eenvoudig te zijn. Als de kinderen thuis zijn, kan moeder helemaal niets aan het huishouden doen, maar moet zich steeds bezig houden met de kinderen. Maar ja, kun je dat aan een hulpverlener vragen: om zich bezig te houden met de kinderen terwijl zij haar huishoudelijke klusjes klaart, vraagt moeder zich aan het eind van het gesprek af. Uitgelegd wordt aan moeder dat dat juist een prachtige hulpvraag is waarmee twee vliegen in één klap kunnen worden geslagen. De kinderen leren samen te spelen èn leren te accepteren dat niet altijd een beroep op moeder kan worden gedaan. Zo had moeder het nog nooit bekeken. Ze had zich altijd schuldig gevoeld dat ze te weinig tijd en aandacht kon besteden aan haar kinderen.
In deze casus zien we dat schuldgevoelens mensen dusdanig in de weg kunnen zitten dat ze voor de eigen problemen niet makkelijk hulp vragen. De nadruk ligt dan vooral op de problemen die het kind ervaart in zijn ontwikkeling en de hulp die het daarbij nodig heeft. Ouders cijferen zichzelf onnodig weg met alle mogelijke gevolgen vandien. Opvoeding komt echter van twee kanten. Het kind is alleen maar gebaat bij een ouder die goed voor zichzelf zorg draagt en daarbij hulp vraagt als dat nodig is.
-------------------
Publicaties van Peter van der Doef