Contact| Colofon| Agenda|
JeugdPsychiatrie

Groei

Aan de grond zitten. In het leven van alledag roept deze ervaring gemengde gevoelens op. Gevoelens van wanhoop en twijfel, maar ook van hoop en vertrouwen om de gerezen problemen het hoofd te leren bieden. In deze rubriek wordt gekeken naar de manier waarop hulpverleners en ouders naar problemen kijken en deze gezamenlijk leren oplossen. Hoe kan een negatieve spiraal in opvoedingssituaties worden gestopt en een positieve balans worden hersteld?


In het voorjaar valt op hoe uitbundig de natuur haar kracht kan laten voelen. Planten en bomen botten uit om binnen de kortste tijd tot volle wasdom te komen. De volheid van de zomer contrasteert scherp met de kaalheid van de winter. De wisseling van de seizoenen is voor de mens een vertrouwd gegeven en voor de bioloog een geheim dat steeds verder wetenschappelijk ontrafeld wordt zonder daarmee op te houden een schitterend raadsel te blijven. De pedagoog worstelt met soortgelijke raadsels van groei en ontwikkeling, het wemelt in de pedagogiek van metaforen waarin een vergelijking met de natuur wordt gemaakt. Relaties kunnen bevriezen en ontdooien, na regen komt zonneschijn, etc. In de huiskamer raken biologie en pedagogiek elkaar op een intieme manier. Zowel planten als kinderen kunnen bijvoorbeeld worden vertroeteld, maar ook verwaarloosd. Een verpieterd plantje en een verwaarloosd kind hebben beiden water nodig, het plantje letterlijk en het kind meer bij wijze van spreken, maar daarom niet minder dringend.

De ouders van Quintina zijn hoogopgeleide, harde werkers. Zij eisen veel van zich zelf en van hun kind. Op zich is daar niets mis mee, maar de eisen worden helaas niet positief stimulerend, maar negatief denigrerend gesteld en wekken geen vertrouwen, maar wantrouwen. Wantrouwen overheerst hun wereldbeeld, wantrouwen tegenover onbetrouwbare werknemers en een politiek die ondernemers als hen in de kou laat staan. Hun dochter van 13 is volop in de puberteit en heeft al een heel leven van kritische bejegening achter de rug. In de eerste kleuter- en schooljaren was ze een enorme wildebras, die meer op een jongen dan op een meisje leek. Maar nu met haar dertien jaren oud zijn haar wilde streken minder jongensachtig en is ze eerder om haar vrouwelijke kwaliteiten voor jongens een aantrekkelijke partner aan het worden. En wat erger is, het verzet tegen haar betuttelende ouders neemt steeds sterkere vormen aan. Ze is al een paar keer kwaad uit huis weggelopen, waarnaar toe dat heeft ze haar ouders nooit verteld en de ouders zijn bang dat ze een volgende keer niet alleen wegloopt maar ook wegblijft, niet alleen overdag maar ook ’s nachts.

Goede raad is duur. Het schip van de opvoeding dreigt te stranden, het roer moet om, de balans tussen ouder en kind moet worden hersteld en dat blijkt verrassend eenvoudig te zijn. In al hun ijver en angsten hebben de ouders iets heel eenvoudigs over het hoofd gezien: de kracht van complimenten. Ze komen tot deze ontdekking in gesprekken met een pedagogische gezinsbegeleider die ze op aanraden van de school te hulp hebben geroepen. Van deze begeleider krijgen de ouders het advies hun kind tenminste één maal per dag een eenvoudig compliment te geven. Gewoon over iets positiefs dat hen opvalt. Het effect hiervan overtreft iedere verwachting. Eerst reageert Quintina nog wantrouwend met een houding van: ‘wat moeten jullie nu weer van mij?’ Maar al gauw merken de ouders dat hun dochter geniet van de complimentjes. Als er één schaap over de dam is, volgen er meer. De ouders krijgen de smaak te pakken van het complimenteren en de reacties van hun dochter daarop. Hun dochter begint meer te vertellen over wat haar zo al bezig houdt en dit is weer voor de ouders een nieuwe wereld die zich voor hen opent. Dochterlief is veel minder egocentrisch dan ze altijd hadden gedacht en heeft veel twijfels en onzekerheden die ze met iemand wil delen. Dat ze er na al die jaren met haar ouders over kan praten, snapt ze eigenlijk niet goed, maar ze doet het toch en het bevalt beide partijen.

In deze casus zien we dat niet alleen een ongeluk in een klein hoekje zit, maar dat ook geluk makkelijk buiten gezichtsbereik valt. Een buitenstaander kunnen dingen opvallen waar betrokkenen al lang niet meer naar kijken. Het lijken dan kleine dingen, maar vele kleintjes maken snel een grote zoals ieder huishoudboekje van financiële uitgaven leert. Wat voor gelduitgaven geldt, gaat ook op voor de emotionele investeringen die we in elkaar doen. Dit hoeven geen grote sommen te zijn, waarvoor we bij elkaar diep in de schulden komen te staan. Kleine dingen leggen ook gewicht in de schaal en kunnen een balans herstellen die jarenlang zoek is geweest.

Door: Peter van der Doef