Contact| Colofon| Agenda|
JeugdPsychiatrie

De aanhouder wint

Kinderen leren met vallen en opstaan en doen dit niet allen op eenzelfde manier. Sommige kinderen vallen heel vaak en sommige kinderen staan moeilijk op, ook na een betrekkelijk klein ongeval. Wat kinderen hiervan leren valt te bezien. Sommige kinderen worden alleen maar angstiger, terwijl andere kinderen zelfvertrouwen ontwikkelen door hindernissen die ze tegen komen te leren overwinnen. Jong geleerd, oud gedaan.


Door kleine hindernissen vroeg in het leven niet uit de weg te gaan, kunnen grotere hindernissen later in het leven makkelijker het hoofd worden geboden. Maar de ouders moeten het kind dan wel toestaan om te mogen vallen. En dat vinden ouders soms veel gevraagd. Vooral als het niet bij één keer blijft en hun kind voortdurend buiten de boot valt, willen ouders hun kind graag nieuwe teleurstellingen besparen.

Wilma is een meisje van 11 jaar met veel problemen in de sociale omgang. Ze wil graag met iedereen spelen, maar ze valt overal buiten. In het begin gaan de contacten goed, maar vervolgens lijkt Wilma de sociale situatie niet goed in te schatten en ontstaan er problemen. Kinderen verzetten zich tegen haar, voelen zich bedreigd door haar dominante gedrag en haken vervolgens af. Op school heeft ze training gehad in sociale vaardigheden. In de training gaan de contacten goed, maar buiten de training weet ze het geleerde niet in praktijk te brengen. Ze wordt ook gepest als ze al te nadrukkelijk met anderen mee wil doen. Kinderen lachen haar dan uit en Wilma staat er vervolgens weer alleen voor. In haar vroege jeugd heeft Wilma al dagbehandeling gehad en daarna heeft ze de gewone school proberen te volgen. Dit was geen succes, het pesten nam toe en Wilma voelde zich zeer ongelukkig. Reden waarom weer opnieuw dagbehandeling werd voorgesteld, waar Wilma nu al weer twee jaar op zit. Met gemengde gevoelens blijkt als ook op de dagbehandeling niet alles op rolletjes gaat. Ze heeft dan momenten van intens verdriet en geeft aan dat ze alles zat is en gewoon naar huis wil. De groepsleiding kan niet veel anders doen dan open staan voor deze wensen en haar af en toe een dagje rust te gunnen bij haar ouders thuis. Voor wat hoort wat. Doordat de groepsleiding haar serieus neemt, neemt Wilma vervolgens de dagbehandeling serieus en doet haar best om tot samenspel met andere kinderen te komen.

Met haar ouders heeft Wilma een goede band. Als ze problemen heeft, kan ze altijd bij hen terecht. Maar ja, de ouders kunnen niet altijd mee gaan met hun dochter om de problemen voor haar op te lossen. De ouders zijn blij dat de groepsleiding in de dagbehandeling hiertoe de nodige mogelijkheden heeft en dat er ook anderen zijn op wie Wilma in tijden van verdriet kan terugvallen. Uiteindelijk blijken de vele duwtjes in de rug die Wilma van de groepsleiding krijgt hun uitwerking niet te missen. Wilma krijgt niet alleen meeleven, maar kan dit ook geven aan kinderen als deze in problemen komen. Er ontstaat vriendschap en Wilma leert steeds beter haar partij te blazen in het orkest van de dagbehandeling. Zelfs zo goed en zo vanzelfsprekend dat ook de vrije tijd thuis niet veel problemen meer oplevert. Wilma vindt het niet meer zo erg als haar iets niet lukt en heeft er vertrouwen in dat ze samen met anderen tot een oplossing kan komen. Een goede graadmeter voor haar nieuwe zelfvertrouwen vormt de skivakantie. Als vroeger hier iets niet lukte, werd Wilma steeds onzekerder en angstiger en stopte ze met skiën. Nu vraagt ze actief of ze het goed doet, geniet van de complimenten die ze hierdoor krijgt en heeft een fantastische skivakantie.

In deze casus zien we dat vallen en opstaan niet alleen betrekking heeft op het gedrag van kinderen, maar ook op dat van ouders en hulpverleners. Juist dan blijkt hoe belangrijk de voorbeeldfunctie is van de hulpverlener. Door de eigen onmacht onder woorden te brengen, maar ook door het geloof in de ander niet te verliezen, blijken bergen werk verzet te kunnen worden. Ellende duurt nooit eeuwig, er komt altijd een omslagpunt, dat een baken kan vormen voor een nieuwe koers met betere perspectieven dan in het verleden.

Door: Peter van der Doef